Joegoslavisch dagboek

"Ik schrijf mijn dagboek voor mijn kinderen, om me te verontschuldigen dat ik zo lang weg ben", zei Wam Kat op een bijeenkomst in Paradiso in september 1993, waar hij vertelde over zijn werk als vredesactivist in voormalig Joego-slavië. "Maar ik verzorg voor zestigduizend kinderen onderwijs", voegde hij eraan toe. Samen met leerkrachten ter plaatse heeft hij een Montessoriachtig onderwijssyteem opgezet voor kinderen in vluchtelingenkampen. Hij had daar vroeger als kind veel aan gehad, en Montessorionderwijs was in Joego-slavië onbekend. Na de oorlog zal het mogelijk in heel Bosnië-Hercegovina ingang vinden. Een van zijn vele andere activiteiten is een project in Pakrac, dat door de oorlog in tweeën is gedeeld en deels is verwoest. Er werkt een wisselende groep buitenlandse vrijwilligers samen met mensen van de plaatselijke bevolking aan het herstel. Het belangrijkste volgens Wam: "Niet lullen, maar betonstorten."

 

Sinds tweeënhalf jaar houdt Wam een dagboek bij. Hij beschrijft daarin het dagelijks leven op de plaatsen die hij bezoekt of waar hij woont, het leven achter de frontlinies waar de gevestigde pers meestal weinig oog voor heeft: de atmosfeer, de activiteiten en discussies van de verschillende vredesgroepen en zijn eigen bespiegelingen over diverse onderwerpen. Hij tikt de teksten op een stevige notebookcomputer ("dit ding heeft twee keer mijn leven gered, doordat de kogels erop afketsten") in Engels met een onmiskenbaar Nederlands accent. Via ZaMirNet en APC gaan ze de hele wereld rond. "Ik zit bijvoorbeeld te schrijven op de ruïnes van Vukovar en drie uur later staat het op alle netten." Doordat zijn dagboekverslagen al enkele jaren soms een paar keer per week verschijnen vormen ze een vrij unieke beschrijving van binnenuit van leven, politiek en actievoeren in een gebied in burgeroorlog. Vorig jaar verscheen in Duitsland een deel in boekvorm. Reacties op zijn dagboek komen uit de hele wereld, onder andere uit Somalië en Zuid-Afrika. Een paar vertaalde fragmenten:

 

Zagreb, 3 September 1994

"Op de boot terug van Split naar Rijeka is het me opnieuw duidelijk dat misschien niet hetzelfde aantal toeristen als voor 1991 de Dalmatische kust afreist, maar dat het aantal buitenlandse toeristen dit jaar werkelijk is toegenomen. (…) Terwijl ik door de gangen op de boot loop, verrast me opnieuw waarover ik een paar dagen na mijn aankomst hier schreef, tweeënhalf jaar geleden. Als bezoeker aan andere landen in `oorlog' elders in de wereld was ik gewend aan verdomd strikte veiligheidsmaatregelen. In Israël werd mijn tas vaak gecontroleerd, vooral als ik naar publieke plaatsen wilde gaan of internationaal bekende toeristische plekken. Hier in Kroatië wordt mijn tas zelden gecontroleerd, of liever gezegd, zo goed als nooit. (…) Soms denk ik dat de haat tussen de verschillende `naties' niet zo diep is als je op het eerste gezicht zou denken. Terroristische acties vinden natuurlijk plaats, maar altijd dicht bij de (voormalige) frontlinies, echter nooit ver achter deze linies. Het maakt deze oorlogen niet schoner, maar het leven in ieder geval een stuk relaxter dan in andere `probleemgebieden'. (…)"

"Vesna en ik moeten wat geld zien te sparen om ons dak te repareren, want in een deel van ons appartement regent het binnen net zo hard als buiten. En we zullen zeker niet de enigen zijn buiten de oorlogsgebieden met dit soort problemen. Zorg besteden aan de huizen had niet bepaald de hoogste prioriteit in de tijd onder het socialisme. En met de huidige gemiddelde inkomens lijkt het nog steeds de sluitpost te zijn van de gezins- en lokale begroting."

 

Zagreb, 4 September 1994

"(…) Het is altijd een probleem ARKzin (een blad van de vredesbeweging, P.) op tijd uit te krijgen. Niet zozeer door gebrek aan kopij, maar meer doordat de financiën een voortdurend probleem zijn. Desondanks groeit het aantal verkochte nummers iedere twee weken, de afgelopen maanden werden er regelmatig zevenduizend verkocht (in november al tienduizend, P.). Maar vanwege de ongelooflijk lage prijzen van de andere nieuwsbladen (in staatseigendom) zou het blad ver onder de produktiekosten verkocht moeten worden. Toch is het veel groter dan het staatstijdschrift Danas en veel andere nieuwsbladen. (…) In de afgelopen maanden is een fameus Kroatisch `jongeren'blad heropgericht. Het heet Start en in de tijd voor de oorlog was het tamelijk populair onder progressieve mensen, hoewel het waarschijnlijk deels werd gekocht vanwege de blote vrouwen op de omslag en tussen de artikelen. In Start `the next generation' is de redactionele formule hetzelfde. (…) Een van de argumenten die daarvoor wordt aangevoerd is dat in een staat als Kroatië, die steeds conservatiever wordt, het progressief is het opkomende taboe op dit soort foto's te doorbreken. (…)"

Kommentar verfassen